Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [16]Farao was zeer vertoornd op zijn dienaars, en leverde mij in bewaring ten huize van den [17]overste der trawanten, mij en den overste der bakkers. 16. Dat is de koning; want de naam Farao is een naam geweest, gemeen aan alle koningen van Egypte; zodat Farao bij de Egyptenaars zoveel betekende, als wanner wij zeggen de koning, of zijn koninklijke majesteit; of, gelijk men zegt, de keizer, in Duitsland; en Sire, in Frankrijk; zie boven, hfdst.12 vs.15. 17. Zie boven, hfdst.37 vs.36.